Binnen de onderwijspraktijk zijn er altijd kinderen die moeizaam functioneren en die zijn aangewezen op extra hulp, op zorgverbreding. Het kunnen kinderen zijn die een achterstand hebben opgelopen in hun cognitieve, sociaal-emotionele en/of motorische ontwikkeling. Deze motorische ontwikkeling van kinderen wordt goed gevolgd en tot en met groep 5 getest m.b.v. het leerlingvolgsysteem 'Motorische Ontwikkeling'. Bij de oudste kleuters en de zorgleerlingen van groep 5 tot en met 8 wordt een meer uitgebreide screening gedaan.
Sommige kinderen met een motorische achterstand redden het met extra aandacht en aanwijzingen tijdens de gymlessen. Andere kinderen hebben extra zorg op bewegingsgebied nodig, met behulp van MRT. Dit is gedefinieerd als het verlenen van specifieke zorg om bewegingsvaardigheden te leren en om zelfvertrouwen te krijgen. Met MRT kan een kind door gericht oefenen de bewegingsachterstand weer inlopen. Door in een kleine groep (twee tot zes kinderen) te werken, is er alle aandacht, tijd en ruimte. Tijdens de MRT-lessen kan ook de fijne motoriek worden geoefend, hierbij gaat het om handen vingermotoriek (schrijven), mondmotoriek (praten) en oogmotoriek (lezen). Extra bewegingsonderwijs stimuleert dus de motorische ontwikkeling en kan tevens leiden tot prestatieverbetering op cognitief niveau.
De MRT is onderbegeleiding van onze vakdocent bewegingsonderwijs Carla Tummers.